Kostenvergoeding door ernstige onzorgvuldigheidInspecteur!

Op grond van artikel 32 a van de Algemene Landsverordening Landsbelastingen (hierna: ALL) worden, op verzoek van een belastingplichtige, de kosten die de belastingplichtige in verband met de behandeling van een bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken, vergoed voor zover de aanslag door ernstige onzorgvuldigheid in strijd met het recht is opgelegd. De regels over de vergoeding zijn neergelegd in de Ministeriële regeling formeel belastingrecht. Ingevolge die regelgeving kan de vergoeding van kosten uitsluitend betrekking hebben op door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Het is van belang om op te merken dat het verzoek ingediend moet worden voordat de Inspecteur op het bezwaar heeft besloten.

Het is moeilijk om de ernstige onzorgvuldigheid te definiëren daarom noemen wij hierna een paar voorbeelden. Gevallen als het opleggen van een aanslag met overschrijding van de aanslagtermijn tegen beter weten 1 is een aan de Inspecteur te wijten ernstige onzorgvuldigheid alsook wanneer een naheffingsaanslag wordt opgelegd door foutieve verwerking van reeds verrichte betalingen 2 . Daarentegen wordt het niet uitreiken van een aangifte door de Inspecteur niet als ernstige onzorgvuldigheid van de Inspecteur aangemerkt nu de belastingplichtige op grond van de ALL in dat geval zelf de Inspecteur dient te verzoeken om een aangiftebiljet.

Onlangs heeft het Gerecht een uitspraak 3 gedaan met betrekking tot kostenvergoeding bij de bezwaarfase alsook integrale kostenvergoeding in de beroepsfase. Belanghebbende heeft beroep ingesteld nu de Inspecteur bij het opleggen van de aanslag en bij het doen van de uitspraak op bezwaar geen rekening heeft gehouden met een bedrag aan ingehouden loonbelasting. Slechts enkele dagen voor de zitting heeft de Inspecteur aan belanghebbende bericht dat is gebleken dat inhouding en afdracht van loonbelasting wel hebben plaatsgevonden en dat belanghebbende alsnog geheel in het gelijk wordt gesteld. Het Gerecht acht dit handelen van de Inspecteur waarbij hij pas enkele dagen voor de zitting voor het eerst onderzoek doet naar de (on)juistheid van de loonbelastingkaart en dan er achter komt dat zijn tot dan toe ingenomen standpunt onjuist is, vergaand onzorgvuldig. Er bestaat dan ook aanleiding tot toekenning van een kostenvergoeding.

Belanghebbende heeft niet zoals wettelijk vereist voorafgaand aan de uitspraak op bezwaar verzocht om een kostenvergoeding voor de bezwaarfase, zodat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Belanghebbende heeft in beginsel een verzoek ingediend om een integrale kostenvergoeding van USD 10.000. Echter, heeft hij dit ter zitting bijgesteld naar een bedrag van ANG 7.500, bestaande uit ANG 6.000 adviseurskosten en ANG 1.500 rentederving. Het is aan belanghebbende om aannemelijk te maken dat hij in werkelijkheid en redelijkheid een bedrag ad ANG 7.500 aan proceskosten heeft gemaakt. Het Gerecht stelt daarbij voorop dat in het genoemde bedrag van ANG 6.000 ook de niet voor vergoeding in aanmerking komende kosten van de bezwaarfase zijn begrepen en dat rentederving niet voor vergoeding in aanmerking komt. Bovendien heeft belanghebbende geen enkele factuur

overgelegd. Gelet hierop acht het Gerecht de kosten die belanghebbende in de beroepsfase

redelijkerwijs heeft moeten maken niet hoger dan ANG 1.400.

Volledigheidshalve informeren wij u dat in gevallen waarin het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard wegens gebrek van belang omdat de Inspecteur geheel aan de bezwaren van de belanghebbende is tegemoet gekomen, de proceskosten en griffierechten vergoed dienen te worden door de Inspecteur (HR 10 augustus 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX4045; HR 5 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:494).

1 ECLI:NL:OGEAC:2019:125

2 ECLI:NL:OGEAC:2020:189

3 ECLI:NL:OGEAC:2023:27

Zuleika Lasten, Tax Partner, en Haesle Soerka, Tax and Legal Assistant, zijn werkzaam bij Soxia, met als hoofdvestiging Cas Coraweg 1. Voor meer informatie kunt u contact opnemen: T: +599 (9) 736-1616, E: info@soxia-tax.com en W: www.soxia-tax.com