Een medewerker die een beroepsgeheim opzettelijk schendt,

loopt het risico te worden gestraft met gevangenisstraf of boete.

Recentelijk heeft het Gerecht in een fiscale strafzaak op Curaçao een uitspraak gedaan en aan een medewerker een onvoorwaardelijke werkstraf voor de duur van honderdtwintig uren met additioneel een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden opgelegd.

De onderhavige zaak ging om een medewerker van een overheidsinstantie die in zijn overeenkomst met de werkgever was overeengekomen dat het verboden is om informatie betreffende de werkgever of daarmee verband houdende informatie aan derden te verschaffen.

Artikel 2:232 van het Wetboek van Strafrecht bevat een verbodsbepaling en bepaalt dat hij die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van een ambt of beroep of wettelijk voorschrift dan wel van een vroegere ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.

Naast de wettelijk op te leggen straffen op basis van het Wetboek van Strafrecht kan een ieder die hierdoor schade heeft geleden of schade lijdt, schadevergoeding eisen nu schending hiervan een onrechtmatige daad is.

Uit de wetsgeschiedenis en letterlijke wettekst blijkt dat ook de schending van geheimen door ex-medewerkers uit hoofde van een vroegere ambt of beroep strafbaar is ook al wordt de dienstbetrekking niet meer uitgeoefend.

Het schenden van geheimen uit hoofde van een ambt of beroep kan betrekking hebben op feiten en gegevens aangaande de werkgever, klanten en derden. Te denken valt aan het kopiëren en/of versturen van geheime en vertrouwelijke gegevens van klanten dan wel van de werkgever naar een privé e-mail adres met het doel om misbruik te maken van deze informatie dan wel om deze informatie aan derden te verstrekken.

In de onderhavige zaak heeft het Gerecht overwogen dat de verdachte tweemaal opzettelijk zijn ambtsgeheim heeft geschonden door aan een derde vertrouwelijke informatie aangaande aanstaande controles te verstrekken. Op die manier heeft de verdachte tevens opzettelijk misbruik gemaakt van zijn functie, teneinde in dit geval die derde te bevoordelen. Het Gerecht overwoog dat integriteit van medewerkers en ambtenaren tot de fundamenten van de rechtsstaat behoort. Werkgevers en burgers moeten er op kunnen vertrouwen dat medewerkers hun beroepsgeheim niet schenden en hun positie niet misbruiken, om zichzelf of anderen te bevoordelen dan wel om anderen te benadelen.

Nu de verdachte in de onderhavige casus dat vertrouwen heeft geschaad, achtte het Gerecht dat het passend en geboden was om aan de medewerker een onvoorwaardelijke werkstraf met additioneel een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.

Het Gerecht heeft een duidelijk signaal willen afgeven aan ambtenaren en medewerkers en heeft het oordeel geformuleerd dat het voor de effectiviteit en de geloofwaardigheid van verbodsbepalingen, waaronder het verbod op schending van de geheimhoudingsplicht, essentieel is dat overtreding van die verbodsbepaling niet vrijblijvend is.

Het oordeel van het Gerecht illustreert het belang dat ambtenaren en werknemers te allen tijde in hun beroepsuitoefening integer en eerlijk dienen te handelen en geen misbruik mogen maken van hun positie.

Zuleika Lasten, Tax Partner, en Haesle Soerka, Tax and Legal Assistant, zijn werkzaam bij Soxia, met als hoofdvestiging Cas Coraweg 1. Voor meer informatie kunt u contact opnemen: T: +599 (9) 736-1616, E: info@soxia-tax.com en W: www.soxia-tax.com