top of page
Search

De bewijslast rust bij de Inspecteur

  • info2447958
  • Sep 17, 2022
  • 2 min read

Updated: Oct 8, 2024

Recentelijk heeft de Gerecht in eerste aanleg van Curaçao een uitspraak gedaan met betrekking tot een geschil of er sprake was van een dienstbetrekking (Zaaknummer: CUR202005089, CUR202005090 en CUR202005201 t/m CUR202005217). Naar aanleiding hiervan gaan wij het vandaag hebben over de dienstbetrekking en de voorwaarden waaraan er voldaan dient te worden wilt er sprake zijn van een dienstbetrekking.


bewijslast rust bij de Inspecteur

In voorgenoemde zaak zijn aan belanghebbende aangiftebiljetten loonbelasting en sociale premies uitgereikt. Belanghebbende heeft de aangiftebiljetten niet binnen de wettelijke termijn ingediend. De Inspecteur heeft vervolgens naheffingsaanslagen opgelegd, daarbij zijn verzuimboetes opgelegd voor het niet tijdig indienen van de aangifte. Belanghebbende stelt dat hij geen werknemers in dienst heeft, maar gebruik maakt van onderaannemers, en dat hij derhalve ook niet inhoudingsplichtig is voor de loonbelasting en sociale premies. Tevens stelt belanghebbende dat hij, nu hij niet aangifteplichtig is, niet te laat aangifte heeft gedaan en dat de boetes om die reden vernietigd dienen te worden.


De Inspecteur heeft in tegenstelling aangenomen dat de derden die werkzaamheden voor belanghebbende verrichten, in dienstbetrekking staan tot belanghebbende. De parlementaire toelichting bij de invoering van de Landsverordening op de Loonbelasting 1976 stelt vast dat de bewijslast omtrent het bestaan van een gezagsverhouding op de Inspecteur rust. Een Inspecteur die het standpunt inneemt dat belanghebbende werknemers in dienst heeft, dient feiten en omstandigheden te stellen die dat standpunt kunnen dragen en dient die feiten en omstandigheden bij gemotiveerde betwisting aannemelijk te maken.

Het Gerecht heeft geconcludeerd dat de Inspecteur niet aan zijn bewijslast voor het aannemen van een dienstbetrekking heeft voldaan. Het gevolg hiervan is dat de opgelegde naheffingsaanslagen loonbelasting en sociale premies vernietigd dienen te worden.

Wij kunnen een onderscheid maken tussen de privaatrechtelijke dienstbetrekking en de publiekrechtelijke dienstbetrekking.


Er is onder anderen sprake van een privaatrechtelijke dienstbetrekking als de werkgever en de werknemer een arbeidsovereenkomst afsluiten, dit kan zowel schriftelijk als mondeling maar kan ook stilzwijgend tot stand komen. De werknemer verbindt zich om tegen betaling van loon werkzaamheden te verrichten. De gezagsverhouding is kenmerkend voor het bestaan van een dienstbetrekking, dit betekent dat de werkgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven over het werk en de werknemer zich aan deze opdrachten en aanwijzingen moet houden. De duur van een arbeidsovereenkomst is niet van belang, er kan dus ook sprake zijn van dienstbetrekking bij losse krachten zoals vakantiewerkers, parttime serveerster en dergelijke.

Van een publiekrechtelijke dienstbetrekking is er sprake als de arbeidsverhouding berust op een ambtelijke aanstelling of een wettelijke verplichting zoals ambtenaren of de ministers.


De loonbelasting kent ook de fictieve dienstbetrekking. Gezagsverhouding of arbeidsovereenkomsten spelen hier geen rol, de inhoudingsplichtige wordt aangewezen. Bijvoorbeeld bij een statutair bestuurder is de naamloze- en of besloten vennootschap inhoudingsplichtige voor de loonbelasting. Bij artiesten en beroepssporters is degene met wie het optreden is overeengekomen inhoudingsplichtig tenslotte bij uitzendkrachten is degene op wie de verplichting rust het loon te betalen, dus het uitzendbureau, inhoudingsplichtig.


Zuleika Lasten, Tax Partner, en Haesle Soerka, Tax and Legal Assistant, zijn werkzaam bij Soxia, met als hoofdvestiging Cas Coraweg 1. Voor meer informatie kunt u contact opnemen:

T: +599 (9) 736-1616, E: info@soxia-tax.com en W: www.soxia-tax.com

 
 
 

Comments


bottom of page